FloJa Malawi

info@flojamalawi.nl

Statuten

Naam, Zetel en Duur

Artikel 1
  1. De stichting draagt de naam: STICHTING FLOJA MALAWI.
  2. Zij heeft haar zetel te Drunen.
  3.  Zij is opgericht voor onbepaalde tijd.
Artikel 2
  1. De stichting heeft ten doel: het risico op ondervoeding, ziektes en achterstand in de algemene ontwikkeling voor weeskinderen in Ngara (Malawi) te verminderen, en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.
  2. De stichting beoogt niet het maken van winst.
  3. De stichting tracht haar doel onder meer te velwezenlijken door: het oprichten van een dagopvangcentrum voor weeskinderent het controleren van de weeskinderen z— op hun gezondheid, het toezien op een juiste medische verzorging, het verstrekken van voedsel en het toegang bieden tot scholing

Vermogen

Artikel 3

Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:

  1. subsidies en donaties;
  2. schenkingen, erfstellingen en legaten;
  3. alle andere verkrijgingen en baten.

Bestuur

Artikel 4
  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden en — wordt voor de eerste maal bij deze akte benoemd. Overigens wordt het aantal leden door het bestuur zelf met algemene stemmen vastgesteld.
  2. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuurt waarvan na te noemen functionarissen in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, en desgewenst voor ieder hunner een vervanger. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden
    vervuld.
  3. Bij het ontstaan van een vacature in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature daarin voorzien door de benoeming van een opvolger, bij een besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde der zittende leden (respectievelijk genomen door dat enige overblijvende bestuurslid).
  4. Mochten in het bestuur, om welke reden ook, één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur, behoudens het bepaalde in artikel 7.
  5. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten

Artikel 5
  1. Vergaderingen zullen worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien tenminste één/vierde van alte bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave der te behandelen onderwerpen aan de voorzitter het verzoek  richt.
    Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, zijn de verzoekers bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen, met inachtneming van — de vereiste formaliteiten.
  2. De oproeping tot de vergadering geschiedt schriftelijk, ten minste zeven dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet medegerekend. De oproeping geschiedt door de voorzitter behoudens het in lid 1 bepaalde.
  3. De convocaties vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
  4. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter en bij diens afwezigheid door diens vervanger, tenzij de vergadering een ander bestuurslid als voorzitter aanwijst.
  5. Van het verhandelde in de vergaderingen worden door de secretaris of een door de voorzitter daartoe aangezocht ander bestuurslid notulen gemaakt, die door het bestuur in die vergadering of in zijn eerstvolgende vergadering worden vastgesteld en ten bewijze daarvan door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
  6. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien ten minste drie/vierde zijner in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
    Is die meerderheid niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een nieuwe vergadering uitgeschreven, te houden ten minste acht en ten hoogste dertig dagen — daarna, waarin ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden besluiten genomen kunnen worden.
    Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een mede-bestuurslid laten vertegenwoordigen tegen overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter der vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
  7. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemment ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
  8. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk of per telefax hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door — de secretaris een relaas opgemaakt, dat na ondertekening door hem en de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
  9. leder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven, worden alle bestuursbesluiten — genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.
  10. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit vóór de stemming verlangt.
    Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
  11. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  12. In alle geschillen omtrent stemmingen niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.

Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging

Artikel 6
  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen.
  3. Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijke mede-schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
Artikel 7
  1. De stichting wordt in en buiten rechte uitsluitend vertegenwoordigd door:
    1. alle bestuursleden gezamenlijk;
    2. de voorzitter en secretaris gezamenlijk.
  2. De penningmeester is slechts bevoegd tot het verrichten van betalingen, het in ontvangst nemen van gelden en het geven van kwijting namens de stichting, indien hij daartoe met inachtneming van het in lid 1 bepaalde volmacht heeft ontvangen.

Einde bestuurslidmaatschap

Artikel 8

Bestuurslidmaatschap eindigt:

  1. Het door overlijden van een bestuurslid,
  2. bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen,
  3. bij schriftelijke ontslagneming (bedanken),
  4. alsmede bij ontslag op grond van artikel 298, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Boekjaar en jaarstukken

Artikel 9
  1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester ontwerpen van een balans en van een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt welke ontwerpen (zo daar het bestuur toe besluit vergezeld van een rapport van een register-accountant of accountant-administratieconsulent) binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur worden aangeboden.
  3. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld.

Reglement

Artikel 10
  1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.
  2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
  3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
  4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.

Statutenwijziging

Artikel 11
  1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden — genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde der zittende leden, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.
  2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Tot het medewerken aan het verlijden en het ondertekenen van die akte is ieder bestuurslid bevoegd.
  3. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.

Ontbinding en vereffening

Artikel 12
  1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.
  2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
  3. De vereffening geschiedt door het bestuur.
  4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 11, lid  3.
  5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
  6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting.
  7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende tien jaren berusten onder de door het bestuur aan te wijzen persoon.

Slotbepaling

Artikel 13

In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.